2 woorden, 1 uitspraak
Ik las vandaag een artikel waar het woord 'viruskenner' in stond. Nu dacht ik dat zo iemand sowieso een viroloog heette maar ach, viruskenner lijkt me een prima samenstelling van 'virus' en 'kenner'. Toen ik 'viruskenner' hardop las, kon het net zo goed 'virusscanner' zijn, een veel voorkomender woord de laatste jaren. Lees het maar eens hardop: virusscanner, viruskenner, viruskenner, virusscanner, heb je 'm? Battus heeft vast een naam bedacht voor dit verschijnsel waar twee woorden met een andere betekenis en andere schrijfwijze toch (bijna) hetzelfde worden uitgesproken. Ik kan het echter zo snel niet vinden, anyone?? En kent iemand er nog eentje of meer?? vi·rus·scan·ner (de ~ (m.)) 1 computerprogramma dat schijven controleert op de aanwezigheid van computervirussen vi·rus (het ~, ~sen) 1 ziekteverwekker, veel kleiner dan de kleinste bekende bacteriën ken·ner (de ~ (m.), ~s) 1 deskundige |
Comments on "2 woorden, 1 uitspraak"
twee woorden met een andere betekenis en andere schrijfwijze toch (bijna) hetzelfde worden uitgesproken --> Was dat niet homofonie?